(bron: It’s All Happening)
Op 17 september 2021 brengt zangeres en musicus Albertine haar debuutalbum ‘Drops’ uit, twee dagen later staat ze in de finale van de Grote Prijs van Rotterdam. Voordat het zover is, brengt zij vandaag de eerste single van ‘Drops’ uit, getiteld ‘Wind Blows’.
Denkend aan Crosby, Stills, Nash & Young
‘Wind Blows’ is een vloeiend nummer dat qua stijl verwijst naar de jaren zestig en doet denken aan Crosby, Stills, Nash & Young. Boven een ostinato van getokkelde altviool en piano bezingt Albertine de verbondenheid tussen alles wat leeft en sterft.
Video bij ‘Wind Blows’
‘Wind Blows’ wordt begeleid door een video, met natuurbeelden geschoten door Albertine en bewerkt door Bas ten Berge. Beelden van in de wind wuivende begroeiing, stromend water en dieren worden aan elkaar verbonden met het vloeiende effect van kleurrijke ecoline in water. Vogelzwermen in vlucht verwijzen naar het meegaan met de flow, en het ‘alles overzien’. Zolang dat nog kan tenminste, want de laatste zin uit het liedje geeft een hint naar de val van het paradijs: ‘Skies rise above us all, and God knows when they’ll fall’.
Eigen Levenservaringen
Albertine zingt vooral over haar eigen levenservaringen: een jonge vrouw die opgroeit in de stad, zich daar staande probeert te houden, zich niet senang voelt in een omgeving waarin de natuur wordt weggedrukt, snakkend naar een holistisch contact met de natuur zichzelf. ,,Mijn kritische blik op de door kapitalisme gedreven zelfingenomenheid van de westerse maatschappij klinkt door in nummers zoals ‘Wind Blows’ en ‘Space Dance’’, zegt Albertine. Toch betekent dit niet dat de muziek zwaar op de hand is. In tegendeel. ,,Ik wil een zekere lichtheid en een gevoel van hoop brengen met mijn teksten. Mijn verhaal delen op de manier die voor mij oprecht voelt. Daarbij zie ik mijzelf als songwriter-singer. De focus ligt op het liedje en de tekst, en zingen, dat doe ik zonder erover na te denken”, vertelt ze.
Klassieke Studie
Yanna Albertine Pelser studeerde klassiek altviool aan het Codarts conservatorium in Rotterdam. Zo heeft ze een carrière als improviserend altvioliste bij o.a. ‘Duncan Laurence’, ‘Karsu’ en ‘Caravan’ en is vast lid van het Rotterdamse ‘North Sea String Quartet’. Tevens remplaceerde zij in diverse Nederlandse beroepsorkesten, maar al gauw bleek dat ze met name in het klassieke circuit haar artistieke ei niet kwijt kon. Al improviserend verdiepte ze zich in jazz en wereldmuziek, en heeft ze achter de schermen als songwriter-singer haar eigen nummers geschreven, zichzelf begeleidend op piano en door haarzelf uitgevonden unieke tokkeltechnieken op de altviool. Het resultaat hiervan is het album ‘Drops’.